Het afschuinen van de hoek van een gebouw kan allerlei redenen hebben.
Het vergroot de toegang tot een smal
steegje,
je gaat te voet of met een wagen gemakkelijker 'het hoekje om'.
Dat veel architecten er kozen rond 1900 om esthetische redenen voor kozen,
blijkt uit de manier waarop ze die hoek benadrukten. De afschuining werd niet
blind gelaten, maar kreeg een
ingang
en per verdieping een
venster.
Deze
vensteras
op de
hoek, de
overhoekse vensteras, werd bovenaan afgesloten met een rijk uitgevoerd
dakvenster,
Vlaamse gevel
of zelfs een torentje.
Een venster in een overhoekse vensteras heet een
overhoeks venster.
Tekst: Jean Penders (11-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders